Raadhuis Alphen aan den Rijn (1939)
Burgemeester
Visser had na het samenvoegen van Alphen, Aarlanderveen en Oudshoorn
plannen voor een nieuw Raadhuis. Bij zijn sterven in 1934 liet hij
voldoende vermogen achter voor het onderhoud aan het Burgemeester
Visserpark en de bouw van een nieuw raadhuis.
De
Haarlemse architect C.J. Blaauw, ook bouwmeester van de herbouw van
het Leidse Stadhuis, wist de wensen van de gemeenteraad te vertalen.
De architect had, zowel uitwendig als inwendig, gekozen voor een
streng symmetrisch ontwerp: Een ruime hal met trappenhuis verdeelde
het gebouw in twee helften, een administratief- en een representatief
gedeelte.
Na
een kort welkomswoord en de geschiedenis van het Raadhuis vertrok de
eerste groep richting de Paradijslaan, waar in de voormalige kapel De
Smeth een prachtig stuk werd gespeeld op de harp.
Grafkapel de Smeth (1773)
De
in Amsterdam wonende bankier en ambachtsheer van Alphen en Rietveld
De Smeth werd in 1772 in de Alphense dorpskerk begraven. Zijn
verwanten gaven de wens om aan de dorpskerk een eigen grafkapel te
laten bouwen, welke in 1773 gereed was en vanuit de kerk
toegankelijk. Toen aan het begin van de 19e eeuw het begraven in
kerken werd verboden, werd de toegang vanuit de kerk dichtgemetseld.
In de grafkapel werd een deur gemaakt waardoor een nieuwe toegang
ontstond. Mede daardoor bleef de grafkapel ongeschonden achter toen
in 1916 de Alphense dorpskerk geheel uitbrandde. De voormalige
afscheidingsmuur met de kerk werd vervangen door een nieuwe
buitenmuur, want bij de bouw van de nieuwe kerk, die in 1922 in
gebruik werd genomen, bleef de kapel vrijstaan.
Pancratius (1925)
Aan
de andere zijde van de straat, een beetje verstopt tussen de
Bonifaciuskerk, Bonifaciusschool en twee bomen staat het gebouwtje
Pancratius; een prachtig symmetrisch gebouwtje (als je de uitbouw aan
zij- en achterkant wegdenkt), gebouwd in de Rationalistische stijl.
In het gebouw werden we wederom verwelkomd met muziek.
Het gebouw werd gebouwd in opdracht van het rooms-katholieke kerkbestuur van de Bonifatiuskerk te Alphen aan den Rijn. In september 1925 werd het gebouw in gebruik genomen als patronaat (zondagsschool voor kinderen en jongeren waar ze godsdienstles krijgen.) Het ontwerp is gemaakt door de architect M. van Ooijen, van het architectenbureau Willem Robbens.
Voorm. Burgemeesterwoning (1900)
Geheel
uit eigen initiatief wilde Alphense bewoner Machiel van der Schoot
zijn woning openstellen en de 4 groepen rondleiden. Veel mensen
vonden achteraf dit een van de meest bijzondere onderdelen van de
dag; een prachtig gerenoveerde voormailge burgemeesterswoning
(burgemeester Toussaint, Jongkindt Coninck).
In
de Raadhuisstraat 227-229 staat een bijzonder gebouwtje, wat al in de
Gouden Eeuw werd genoemd.
Het
is een voormalig woonhuis van de burgemeester van Aarlanderveen, wat
in 1898 door brand is verwoest en in 1900 opnieuw is opgebouwd en
vele bestemmingen heeft gekend:
– Woning
met kantoor voor een grote bakkerij
– Belastingkantoor
– Uitgiftepunt
voor bonnen in WOII
– Ziekenfondsgebouw
– Huisvesting
Provinciale waterstaat
– Softwarebedrijf
- Tegenwoordig
doet het gebouw dienst als woning
Concordia (1900)
In
het verenigingsgebouw Concordia werd een verhaal verteld (geschreven
door Eveline Verhoeven) over een meisje in de oorlogsjaren. Het
gebouw heeft in het verleden meerdere gebruikers gekend, waaronder de
zonnebloemschool, welke vanaf 1931 een eigen onderkomen kende; niet
geheel toevallig dat dit prachtig gerestaureerde gebouw ook in onze
rondleiding was opgenomen
Sociale
organisaties en Gereformeerde gemeente aan de Lage Zijde haden
behoefte aan een verenigingsgebouw. In het voorjaar van 1900 werd de
vereniging 'Concordia' opgericht die 'zich ten doel stelt de
oprichting en instandhouding van een gebouw voor christelijke
belangen'. Het bestuur van 5 leden kocht grond aan en J. Hengeveld
als architect aangetrokken. Ruim een maand later werd het gebouw
opgeleverd!
Het
gebouw voorzag in de voorzieningen van vele gebruikers: vanaf
1903 werd er de bewaarschool en brei- en naaischool opgericht, lezingen
over godsdienstige onderwerpen werden er gehouden, propaganda-avonden
van de politieke partijen, het
Leger des Heils, in
W.O.I was Concordia een militair tehuis, etc.
Zonnebloemschool (1931)
De
in de volksmond vaak ‘achterlijke school’ genoemde Koningin
Emmaschool begint met 29 leerlingen. In 1930 onstaan reeds de eerste
plannen voor nieuwbouw. Dit resulteert in een schoolgebouw aan de
Jongkindt Coninckstraat. Op 14 oktober 1931 verricht de toenmalige
burgemeester Lovink de officiële opening.
In
het jaar 1957 wordt een vleugel bijgebouwd (waar nu de nieuwe
twee-onder-een-kapwoningen staan). Het oude deel heet voortaan
Zonnebloemschool, de afdeling voor moeilijk lerende kinderen. Het
nieuwe gedeelte behoudt de naam Koningin Emmaschool, afdeling voor
zeer moeilijk lerende kinderen.
De
Zonnebloemschool blijft groeien en telt begin 1961 zo’n 130
leerlingen. In 1968 verhuist de Koningin Emmaschool naar de
Nachtegaalstraat, waardoor de Zonnebloemschool meer ruimte
beschikbaar heeft. Het blijkt niet genoeg en in 1978 krijgt de school
een nieuwe vleugel met gymzaal. In
2007 vertrok het Lyceum en kocht Taco Tromp het pand met erf. De
nieuwbouw van 1957 aan de zijkant en 1978 aan de achterkant werden
verwijderd en maakten plaats voor woningen. Het oorspronkelijke
gebouw werd met passie gerestaureerd en doet nu dienst als woning
voor Taco en zijn gezin.
Joodse begraafplaats (1802) en Metaheirhuisje
In
het Metaheirhuisje werden we opgewacht door Alice Wessleing, wie
vertelde over de Joden in Alphen aan den Rijn, de Tweede Wereldoorlog
en het illegaal ruimen van de graven. Na deze introductie werden we
bij het monument opgevangen door Esther, wie een ontroerend verhaal
vertelde over twee jonge vrienden in de oorlog, waarvan de
niet-Joodse vriend op 82-jarige leeftijd terugkwam naar dit monument;
een steentje op een van de punten van de ster legde om zijn oude
vriend te vertellen dat hij hem nooit is vergeten.
Eerder
dan een eigen synagoge, had de Nederlands Israëlitisch Gemeente
Alphen aan den Rijn een eigen begraafplaats. De begraafplaats werd in
1802 aan de Aarkade aangelegd en na wat gesteggel over betalingen, in
gebruik genomen. Een Joodse begraafplaats mag om religieuze redenen
nimmer worden geschonden of geruimd. Mede hierdoor dreigde begin 20e
eeuw de begraafplaats ‘overbevolkt’ te raken. Om toch ruimte te
creëren en geld te krijgen voor onderhoud, werden er in 1903 een
achttal bomen gekapt en verkocht.
Na
de deportatie van de Joodse Alphenaren raakte de begraafplaats in
onbruik en verval. In tegenstelling tot alle geldende religieuze
bepalingen rond een Joodse begraafplaats, werd na een gemeentebesluit
de begraafplaats in 1963 geruimd en werden de graven overgebracht
naar de Joodse begraafplaats in Katwijk.
De
plaats waar de begraafplaats zich bevond is tot op heden, mede door
actief verzet van enkele bewoners aan de Aarkade niet meegenomen in
de ontwikkelingsplannen voor bebouwing. Met name het protest van
mevrouw A. Bakker en mevrouw A.Besseling hebben het gemeentebestuur
doen instemmen met de inrichting van een ‘rustplaats’ op de
plaats waar zich de voormalige begraafplaats bevond. Aan de Aarkade
herinnert het 'Metaheerhuisje' (ruimte bedoeld voor religieuze
lijkwassing) aan de oorspronkelijke bestemming van het grasveld
achter de bebouwing. Het washuisje is momenteel in gebruik door
onderneming voor uitvaartbegeleiding en daarvoor heeft het dienst
gedaan als lijstenmakerij, atelier en schuur.
Bospark (1939)
In
de crisisjaren dertig van de vorige eeuw werd het Bospark aangelegd.
Het kwam min of meer gelijk gereed als het Burgemeester Visserpark en
het Oude Raadhuis.
Het
ontwerp voor het Bospark bestond uit een formeel deel aan de
oostzijde dat aansloot bij het Burgemeester Visserpark en het Oude
Raadhuis. Een monumentale as parallel aan het slagenlandschap vormde
hierin het centrum, en gaf aan de westzijde zicht op het open
polderlandschap. In de as stond een muziekkiosk. Aan weerzijden van
de as waren een aantal velden ingetekend, die voorbestemd leken te
zijn voor een invulling met (villa)bebouwing. Dit is echter nooit
uitgevoerd.
Lange
tijd is de plek waar nu de kinderboerderij en het hertenkamp zijn
gesitueerd, in gebruik gebleven als boerenland en volkstuinen. De
westzijde van het park werd aangelegd in de Engelse landschapsstijl
compleet met slingerende paden en romantische bruggetjes. De
Piswetering, een afwateringskanaal richting de Oude Rijn, vormde de
natuurlijke westgrens van het Bospark. In het oorspronkelijke plan
strekte het Bospark zich nog verder noordwaarts uit, dit is echter
nooit gerealiseerd.
Na
de oorlog komt er zeer geleidelijk een nadere invulling voor het
oostelijke gedeelte. Nieuwe behoeftes leiden tot een omvangrijk
complex aan tennisbanen, maar ook tot nieuwe waterpartijen
(riooloverstort), een speelweide en een (verplaatst) hertenkamp.
Na
de rondleiding werden de groepen opgevangen in het Bospark met muziek
en een drankje; in het heerlijke nazomerse kon deze prachtige dag
niet meer stuk.
Felice
Veenman (Bibliotheek Rijn en Venen): bedankt! Hopelijk kunnen we in
de toekomst vaker samen een project organiseren!